“Alsof deze vaststellingen van de gouverneur nog niet voldoende zijn, dan doet de beslissing omtrent de rol van schepen David Vercauteren er nog een schepje bovenop”, zegt Stijn Van Hamme (fractievoorzitter Vlaams Belang), “De gouverneur stelt namelijk vast dat schepen David Vercauteren niet eens had mogen deelnemen aan de beraadslaging en de stemming over dit partnership.
Uit officiële publicaties in het Belgisch Staatsblad van 06.11.2023 blijkt namelijk dat de heer David Vercauteren lid is van de raad van bestuur van de vzw Maarten. Artikel 27 DLB stipuleert echter dat het voor een gemeenteraadslid verboden is deel te nemen aan de bespreking en de stemming over “aangelegenheden waarin hij een rechtstreeks belang heeft, hetzij persoonlijk, hetzij als vertegenwoordiger”. Volgens richtlijnen op de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) zijn de regels inzake belangenvermenging voor raadsleden eveneens van toepassing op leden van het College van Burgemeester en Schepenen. Deze richtlijnen stellen zelfs expliciet het volgende: “Bij twijfel neemt de schepen beter niet deel aan de bespreking en stemming”. Aangezien de heer David Vercauteren zowel lid is van de raad van bestuur van vzw Maarten als lid van het College van Burgemeester en Schepenen bestaat er twijfel of hij op een objectieve manier de aanvraag van deze vzw kon beoordelen. Hij had hierbij de richtlijn van ABB dienen te volgen en niet deelnemen aan bespreking en stemming van het agendapunt waarbij de aanvraag van de vzw waarvan hij bestuurder is behandeld werd.”
Ontslag is enige juiste beslissing
“De beslissing van de gouverneur is ronduit vernietigend voor het schepencollege”, besluit Van Hamme, “Het is namelijk zeer uitzonderlijk dat een gemeentelijke beslissing vernietigd wordt door de gouverneur. Dat gebeurt alleen wanneer er overduidelijke overtredingen van wetten, decreten of juridische bepalingen zijn. Deze beslissing is dus niet alleen een enorm gezichtsverlies voor het schepencollege, maar maakt ook aan iedereen duidelijk dat sommigen meer mogen en krijgen van het schepencollege dan anderen. Het is dan ook goed dat de gouverneur optreedt tegen dit totaal gebrek aan bestuurlijke verantwoordelijkheidszin van het schepencollege. De zeer bedenkelijke rol van schepen David Vercauteren in deze zaak is een bijkomend, verzwarend gegeven. Als een schepen niet het deontologisch fatsoen heeft te beseffen dat hij als (onrechtstreeks) betrokkene niet mee mag beslissen, is er een enorm democratisch probleem. De heer David Vercauteren heeft hiermee niet alleen bepalingen uit het DLB overtreden, maar eveneens de richtlijnen inzake belangenvermenging en mogelijks zelfs de deontologische code. Bovendien is het niet de eerste keer dat hij zoiets doet. Wat ons betreft heeft de heer David Vercauteren niet gehandeld als goede huisvader in het algemeen belang en is zijn functioneren als schepen onmogelijk geworden. Daarom vragen wij het ontslag van schepen David Vercauteren. Dat is de enige manier om het vertrouwen in het onafhankelijk en onpartijdig handelen van het schepencollege te herstellen.”